autisme

Overprikkeld door je eigen gedachten

Foto door Pixabay op Pexels.com

Overprikkeld raken door je eigen gedachten. Hoe werkt dat nou? Gedachten zijn toch van jou, jij hebt er de controle over. Dan denk je toch gewoon even niet? Of aan iets anders?

Iedereen herkent het

Iedereen kent echter wel momenten waarop je even niet de baas bent over je eigen gedachten. Als je tipsy bent, of op het punt staat om in slaap te vallen, dan kunnen je gedachten alle kanten op dwalen. Een muziekoorwurm is een ander voorbeeld. Dat liedje blijft in je hoofd, of je wilt of niet. En dat ene probleem wat je maar niet op kan lossen? Op de gekste momenten schiet het door je gedachten. 

Mensen die vaak piekeren zullen het meteen herkennen: vooral midden in de nacht worden kleine problemen ineens heel groot. Dat komt omdat je hersenen ’s nachts anders werken, waardoor er geen rem zit op je gedachten. Zo wordt die brief van de bank ineens een vreselijk monster: je verliest je huis en je wordt dakloos. En wat te denken van die moedervlek op je huid? Straks is het wel kanker en ga je dood omdat de huisarts je niet wilde doorsturen. 

De volgende ochtend zijn al die problemen ineens een stuk kleiner. Waar maakte je jezelf nou zo druk om? 

Mensen zonder autisme kunnen zulke overprikkeling goed aan. Het duurt maar even en als het weg is, dan is er weer heel veel ruimte voor nieuwe prikkels. 

Als je autisme hebt, is er weinig speelruimte

Autisten hebben veel minder ruimte om overprikkeling tegen te gaan of te verwerken. Alleen al wakker zijn zorgt voor veel prikkels: geluiden, geuren, fysieke sensaties, kleuren en licht. Daar komen dan nog de eisen van de buitenwereld bij: je moet dit en dat, beetje vlug graag, nou kom op, even netjes antwoord geven, zet je autisme maar even uit. En niet alleen kleuren en geuren, maar ook emoties, beledigingen, tegenstrijdige boodschappen, schaamte over foutjes in de sociale omgang met anderen komen keihard binnen. Je zal je tussen al dat geweld door maar een zinnige gedachte moeten vormen en uiten. En dan gaan er ook nog mensen ja-maar’en en door je heen praten. 

Daar stapelt bovenop dat sommige autistische hersenen de neiging hebben om overdag net zo te piekeren als NT’ers ’s nachts doen. Anderen geven aan dat ze hun gedachten niet uit kunnen zetten. Zodra ze ontspannen, komen er allerlei verontrustende gedachten bij hen op. Over dingen die ze nog willen bereiken bijvoorbeeld, of dingen die ze van zichzelf moeten, of gesprekken die mogelijk fout zijn gegaan.

Het is dan ook geen wonder dat je door al die gedachten overweldigd kan raken. Overprikkeld.

Jong geleerd, oud gedaan

In de loop van een leven leren mensen om te gaan met die overprikkeling. Ze dragen een koptelefoon of nemen een fidget mee. Anderen halen zichzelf uit de situatie: ze gaan een stuk lopen of ergens anders zitten. Vaak kunnen ze op dat moment niemand meer waarschuwen, waardoor het lijkt of ze zomaar weglopen. En waarheen dan? Gaat alles wel goed? Soms zie je deze mensen intensief doodlen en aan hun kleding friemelen: ook dat is een manier van afsluiten en jezelf uit de situatie halen.

Herken je dit? Het zijn de mechanieken die we jonge kinderen met autisme leren.

Sommige kinderen leren met de stoplicht methode of met het leggen van een rode kaart op hun schooltafel hoe ze kunnen aangeven dat het overprikkelmoment eraan zit te komen. Eenmaal volwassen blijkt deze methode niet meer bruikbaar: er wordt niet naar geluisterd of men denkt dat het probleem is opgelost zodra het is aangegeven.  

Andere kinderen leren mapjes te sluiten: zodra de openstaande vragen van de dag beantwoord zijn, kan het mapje dicht en komt er rust terug in het hoofd. Eenmaal volwassen blijkt ook deze methode niet goed bruikbaar: volwassen problemen zijn lang niet altijd in een dag op te lossen en een vraag om duidelijkheid kan lang niet altijd worden beantwoord. 

Afsluiten en weglopen blijven dan over als copings mechanisme, ook al is ook dat niet zo handig als je eenmaal volwassen bent. Zodra er geen interactie meer is raken NT’ers onrustig: is hier een probleem dat moet worden opgelost? Ze gaan helpen terwijl ze juist even niks moeten doen. Je zou haast denken dat juist NT’ers graag mapjes sluiten! 

Samengevat

Volwassenen met autisme hebben vaak al geleerd hoe ze bepaalde overprikkelende situaties moeten vermijden.

Als je overprikkeld raakt, val je terug op wat je leerde als kind, ook al is dat niet altijd handig of helpend. Dit is: afsluiten, uit de situatie gaan, aangeven dat overprikkeling eraan komt en vragen om duidelijkheid. Maar de omgeving reageert anders op volwassenen dan op kinderen. Wat toen werkte, werkt nu soms minder goed.

Hoe kan je helpen?

Als de oplossingen niet meer of niet goed genoeg werken, dan is het tijd voor nieuwe oplossingen. Voor de omgeving, ouders, begeleiders, therapeuten en coaches, ligt hier een uitdaging: hoe kan je een volwassen autist helpen om deze hulpmiddelen net zo volwassen te maken? Het liefst zouden we natuurlijk de omgeving aanpassen: doe toch eens wat kalmer allemaal!

Maar zo werkt het helaas niet. Als volwassenen moet je zelf kunnen aangeven wat je nodig hebt want andere mensen hebben juist weer iets heel anders nodig. Mensen in de omgeving kunnen dus niet raden wat voor jou helpt, zelfs niet als je zegt dat je autisme hebt. Iedereen moet voor zichzelf opkomen en aangeven wat nodig is. Met die zoektocht kan je als begeleider helpen.

Voor je begint nog even dit: als iemand al overprikkeld is, is dat niet het moment om te gaan helpen. Eerst moet de overprikkeling weg. Dus zoveel mogelijk van mensen afblijven, geen stortvloed aan vragen stellen of veel informatie geven maar zorgen voor rust en veiligheid. Waak ook voor onderprikkeling: iemand opsluiten zonder enige afleiding is vragen om hersenen die zichzelf nog meer gaan overprikkelen. Zo raak je in wat je haast een furieuze cirkel kan noemen: de overprikkeling wordt woede, weerstand of enorm verdriet. 

Is de overprikkeling ruimschoots weg, ga dan in overleg. Als de ander daar ook aan toe is! 

Vragen die je kan stellen

Als iemand de voorkeur heeft voor afsluiten: welke hulpmiddelen zouden handig zijn? Een zonnebril, een koptelefoon, een rustigere werkplek, toestemming om te doodlen tijdens een vergadering? Hier ligt ook een taak voor de WMO: iemand die zelf geen noice-cancelling headphones kan kopen maar ze wel nodig heeft staat flink op achterstand in dit prikkelrijke Nederland. 

Als het gaat om weglopen: wat kan je dan nog wel? Kunnen we plekken aanwijzen waar we je absoluut met rust laten? Kan je in overprikkelde staat een vast contactpersoon laten weten dat je veilig bent, zodat we je niet gaan ‘redden’? Kan je zelf beslissen om thuis verder te werken? 

Als het gaat om aangeven dat de overprikkeling eraan komt: kunnen we samen iets bedenken waardoor je omgeving een voorwaarschuwing krijgt? Voel je het tegenwoordig zelf nog aankomen of ga je voor je gevoel van nul naar honderd? Moeten we nu je volwassen bent een nieuw ‘stoplicht’ lijstje maken, zodat we uitpluizen wanneer je nog wat kan doen om de situatie te verbeteren?

Als het gaat om mapjes sluiten: kunnen we twee denkbeeldige boekenkasten maken? Eentje met: ‘hier hoef ik nooit meer naar te kijken, ik wil het alleen niet weggooien’ mapjes, en eentje met: ‘hier hoef ik pas over een paar weken of maanden naar te kijken’. Het is wel verstandig om daar een 2do lijstje aan te koppelen of goede notaties in de agenda te maken. 

Moeilijke gedachten

Daarna kan je samen zoeken naar de oorzaken van overprikkeling door lastige gedachten. Zoals:

slechte slaap,
onduidelijkheid over het verloop van een gebeurtenis,
te veel onduidelijkheid in het algemeen,
denkfouten, bijvoorbeeld door begrippen, gezegden of instructies die niet duidelijk zijn,
te veel sociale media of you tube filmpjes,
overvraging waardoor je constant gespannen bent,
onderprikkeling waardoor gedachten de ruimte hebben met je op de loop te gaan, etc. 
onduidelijkheid over de motieven van andere mensen,
angsten

Vaak is weten waar iets door komt al de helft van de oplossing. Je kan dan samen bedenken wat je kan doen om er minder last van te hebben.

Vaak moet je verschillende oplossingen in het echt uitproberen om na te gaan of het echt voor je werkt. Niet alleen de oplossing moet werken, je moet het ook nog eens effectief kunnen uitleggen aan de omgeving.

Neem de tijd

Dit is een proces wat tijd en moeite kost en van zichzelf al overprikkelend kan zijn, vooral als het gaat om ‘overprikkelende gedachten’. Licht kan je uitdoen, tegen herrie kan je schuilen. Weglopen voor je eigen gedachten gaat niet zo makkelijk. Het is dan van belang dat er in elk geval niet nog meer bijkomt en je voldoende tijd krijgt om al die gedachten te verwerken.

Dus mocht iemand met autisme tegen je zeggen dat er sprake is van overprikkeling: geloof dat dan. En als iemand uitlegt op welke manier die zich beschermt tegen overprikkeling, weet dan dat daar een heel proces aan vooraf gegaan is. En dat er veel hoop is dat rekening gehouden wordt met de gekozen oplossing!

Nog even dit … 

Waardeer je dit blog? Overweeg dan een donatie aan Stichting HOEK6.

Wil je meer lezen over piekeren in de nacht? Dit stukje gaat niet over autisme, maar over hoe dat piekeren over het algemeen ontstaat. 

https://www.ggznieuws.nl/waarop-heb-je-s-nachts-meer-last-van-piekeren-en-angst/

Plaats een reactie