Geen categorie

Reacties op overprikkeling

Foto door Pixabay op Pexels.com

Overprikkeld raken kan onder andere komen door: 

– te veel informatie voor je zintuigen, zoals geluid, geur, beeld

– door je eigen gedachten, als die met je ‘op de loop’ gaan

– door een overvloed aan keuzes en informatie van buitenaf

– door kleine en grote tegenstrijdigheden in de informatie
– door onrecht en de onmogelijkheid er iets aan te doen 

In de vorige blog, overprikkeld door je eigen gedachten, kon je lezen wat mensen kunnen doen om uit die staat van overprikkeling te komen. 

– afsluiten 
– uit de situatie gaan 
– aangeven dat overprikkeling eraan komt en 
– vragen om duidelijkheid


Allemaal heel leuk in theorie maar vaak genoeg is er helemaal geen gelegenheid om een van die tactieken toe te passen. Wat gebeurt er dan met iemand?

Blokken uit de kar.

Stel je eens zo’n kleuterkarretje vol blokken voor. Alle blokken zijn netjes in het karretje gelegd: het past precies. Nu komt er een nieuw blok bij: de overprikkeling. Waar het een zit, kan het ander niet zijn. Dat betekent dus dat er iets weg moet, zodat de overprikkeling erbij kan. 

Je kan niet zelf kiezen welk blok weggaat, dat proces gaat buiten je om. Misschien gaat het blok ‘taal’ weg en kan je niet meer praten. Of het blok ‘geduld’. Het blok ‘emoties’ misschien? Of het blokje met de naam ‘zintuigen’?

Als zoiets je nooit overkomen is, is het lastig om je voor te stellen hoe zoiets voelt. Misschien kan je het vergelijken met een blessure tijdens sport: je kiest er niet voor dat je een blessure krijgt en ook niet waar die terecht komt. Hij is er ineens en je hebt er maar mee te dealen. 

Die blessure is voortaan wel je zwakke punt en bij overprikkeling is dat al net zo. Als je blokje ‘taal’ plaatsmaakt voor het blokje ‘overprikkeling’ is er een goede kans dat dit blok vaker als eerste verdwijnt. Als eerste? Ja. Want als de bron van de overprikkeling niet stopt, dan kunnen er meer blokjes verdwijnen. Net als bij doorsporten met een blessure, waarbij de kans dat je nog een blessure oploopt levensgroot is. 

Het eerste dat een buitenstaander dan ook opmerkt is dat de overprikkelde persoon niet meer goed kan reageren. Wat ze zeggen wordt onlogisch, of ze lijken je niet meer te horen, of de emoties passen niet meer bij de gebeurtenissen. Een buitenstaander heeft dan de neiging te gaan helpen: vragen stellen, aanraken, troosten, doortastend worden en de regie overnemen. Dit maakt echter de overprikkeling erger.

Blessuretijd

Iemand met een blessure wil niet verder sporten, iemand die overprikkeld raakt wil uit de situatie. Je zult bij iemand dan ook een reactie zien die past bij de bekende stress reacties:  

– vechten: woede-aanvallen, van je af slaan, zelfbeschadiging 

– vluchten: wegrennen, huilen, verstoppen 

Deze reacties worden ook wel samengevat onder het woord ‘meltdown’.

– bevriezen: nergens meer op reageren, niet meer kunnen praten

Het bevriezen wordt een ‘shutdown’ genoemd. 

Spijt

Niemand wordt blij van zulke gebeurtenissen. Veel autisten hebben, als ze eenmaal tot rust gekomen zijn, enorme spijt van hun gedrag. Dit is wat het zwaar maakt voor autisten en waarom ze zeggen: ‘Het is voor mij erger dan voor jou.’ Als ontvangende partij kan je dan denken: ‘En mijn blauwe plekken dan? Tel ik niet?’ Probeer je in te denken dat je zelf eens een week lang heel snel heel boos op de mensen om je heen wordt, om niks, en bedenk wat voor ravage dat zou aanrichten in je leven. 

Andersom geldt natuurlijk wel: aanvallend gedrag kwetst mensen en zij moeten dat ook verwerken. De omgeving, die de volle laag heeft gekregen, kan niet altijd het onderscheid maken tussen: ‘dit was persoonlijk’ en ‘dit kwam door ass’. 

Zeker bij woedeaanvallen is dat het geval, want het voelt wel heel persoonlijk als iemand naar je schreeuwt of je naar de keel vliegt. Ook al begrijpen mensen het nog zo goed dat je het niet persoonlijk bedoelt, het is lastig om weer te vergeten. De spanning die tussen mensen oplevert kan weer leiden tot overprikkeling door de eigen gedachten, waarna de hele cirkel weer opnieuw start. 

Eerst rust 

Allereerst: Iemand die in een staat van meltdown of shutdown is kan niet meer redeneren of rationeel reageren. Die blokjes zijn verdwenen uit de blokkenkar. Het heeft dan ook geen zin om op dat moment verder te praten. Eerst moet er veiligheid en rust komen. 

Dan uitpraten 

Pas als alles weer kalm is, en dat kan ook prima de volgende dag of zelfs de week daarna zijn, is het tijd voor de volgende stap: het uitpraten. Niet iedereen heeft daar zin in, het liefst wil je het vergeten. Oprakelen van zaken die in het verleden liggen is niet fijn. Je kan ze toch niet meer veranderen. Toch heeft het nut om het wel te doen. 

Vaak worden er wederzijds dingen gezegd die niemand echt meent. Dit moet achteraf uitgesproken worden: ‘Natuurlijk bedoelde ik niet dat je nooit meer op je fiets naar school mag’ en ‘Natuurlijk bedoelde ik niet dat ik je nooit meer wil zien’. Spreek je dat niet uit, dan blijft het woekeren tussen jullie. Bovendien is het voor autisten erg onduidelijk als in het vuur van het spel nieuwe regels worden bepaald, die net zo snel weer lijken te verdwijnen. Het is nuttig om te bespreken wat wel en wat geen nieuwe regel is.

Beiden partijen verdienen excuus

Het gebeurt nogal eens dat alleen de autist excuus aan moet bieden. Vaak is er dan sprake van een instantie die is aangevallen. Daarbij wordt vergeten dat ook een instantie in het vuur van het spel dingen kan zeggen die niet zo bedoeld zijn, kwetsen of de misbruik maken van de machtspositie.

Als alleen de NT’er excuus aan moet bieden gaat er echter ook iets fout, nog voor het uitpraten is begonnen.

Probeer van elkaar te begrijpen dat er gevoelens gekwetst zijn, hoe onbedoeld ook. Als de ene partij een excuus eist, maar zelf geen excuus aanbiedt voor het eigen aandeel (jij vloog mij aan en ik zei dat je op moest rotten, en dat spijt mij ook) draagt dat weer bij aan gevoelens van onrechtvaardigheid en blijft er nog steeds wat woekeren.

Het is ook fijn als dat de NT’er de kans krijgt om te vragen: ‘Wat gebeurde er nou eigenlijk? Ik stuur je een appje met een vraag en je bijt zo ongeveer mijn kop eraf. Wat deed ik fout?’ 

De autist kan dan bijvoorbeeld antwoorden: ‘De vorige keer dat iemand me zoiets vroeg liep het naar af. Ik was bang dat het dit keer weer net zo mis zou gaan. Ik was niet boos op jou, maar alles wat toen misging kwam weer bij me boven en toen ontplofte ik.’ 

Door het uitpraten kan je het oude achter je laten en verder gaan. Uitpraten kan vooral in het begin lastig zijn. Je wilt het er niet over hebben, jullie vinden allebei dat je gelijk hebt, misschien is het achteraf onduidelijk wat er nu precies gebeurde en laat je het liever gaan. Dat kan als beide partijen het ermee eens zijn dat het zo goed is.

Vrees je toch dat het gaat woekeren, kan je aan een begeleider vragen om erbij te helpen. Kies hiervoor het liefst een professional en niet een vriend of familielid die het misschien wel moeilijk vindt om neutraal te blijven en later weer vriendschappelijk met jullie om moet gaan. 

Signaleringsplan

Krijg je nou vaak een woede-aanval, de neiging om weg te rennen of een shutdown, of komt je woede zo snel op dat je er geen grip op krijgt, overweeg dan om een signaleringsplan te maken. 

Samen met een begeleider en iemand uit je omgeving ga je op speurtocht naar wat bij jou zorgt voor de overprikkeling. Wat moet je doen, wat vooral laten, op welk moment kan je nog aangeven: stop, en op welk punt lukt dat niet meer? Dat helpt de omgeving: zij kunnen het nu min of meer aan zien komen en het helpt jou, om je eerder terug te trekken. 

Soms blijkt dan dat er meer aan de hand is: bijvoorbeeld een probleem in het dagelijks leven waardoor de overprikkeling telkens zo voor elkaar is. Denk aan schulden, te veel details aan je hoofd, slaapproblemen, relatieproblemen, ziekte, depressies, etc. Je kan dan ook samen beslissen of er meer hulp ingeschakeld moet worden. 

Meer lezen?

Autisme digitaal: woedeaanvallen

Nog even dit … 

Waardeer je deze blog? Overweeg dan een donatie aan onze Stichting HOEK6. Dat kan via deze link.

Stichting HOEK6 zet zich in voor de participatie en integratie van mensen met de combinatie hoogbegaafdheid en beperkend autisme. We willen meer bekendheid geven aan de specifieke problemen die deze doelgroep tegenkomt. 

Plaats een reactie