
Ineens was het zover. Ik was ophef-moe.
Eigenlijk was ik sowieso moe. We zijn hier een soort 24 uurs opvang en dat gaat vaak goed, maar er zijn ook weken waarin ik, het enige ‘personeelslid’, enigszins onder de voet gelopen wordt. Dan is het wakker worden-rennen-rennen-rennen-o, bedtijd. Die weken vallen vaak in December en toen gebeurde ook het wonder.
Tijdens het lezen van de krant, op mijn telefoon even tussendoor op de wc, zag ik een kop, duidelijk ontworpen om me te provoceren zodat ik erop zou klikken en … ik klikte er niet op. Ik wilde niet weten waarom de kop fout was, of het allemaal een storm in een glas water was of echt een serieuze zaak, ik wilde niet weten waarom sekspoppen een issue zijn in Zuid-Korea, het interesseerde me eenvoudigweg niet. Ze moeten daar maar doen wat hen goeddunkt, niet waar?
Even later gebeurde het weer. Ik zag een kop over een huisvlieg die een stamboom wilde maken van zijn betovergrootouders, waarbij de vlieg een sneer na kreeg: zo lang was dat echt niet geleden. Moest ik daar niet even op klikken om na te gaan of het iets bijzonders was? Neh. Geen enkele behoefte aan.
Er waren ook stukken die ik wel las, en dat deed ik puur omdat het mij of de mijnen aanging. Het is natuurlijk vreselijk als er iemand in de VS ondersteboven geschoten wordt, maar dat is daar en dat ze daar de wapens en de meningen compleet vrijgelaten hebben weten we al. En het is ook helemaal niet leuk als blijkt dat er meer of minder van product A is verkocht, nou ja, misschien is dat juist wel leuk, maar ik gebruik noch verkoop product A dus meh. En ‘Veel meer huppeldepup dan in 2021’ haalt je ook de koekoek. Ergens in dat artikel staat vast dat we hadden moeten vergelijken met 2019 maar -. Maar daar heb ik allemaal niks aan. Informatie over de treinstaking, dat is voor mij van belang.
In eerste instantie weet ik het aan de vermoeidheid. Vandaag of morgen zou ik heus wel weer willen weten waarom er een rel is over een gefrituurde kroket, een woord als ‘wisselwoede’ gaat echt mijn aandacht wel weer trekken en binnenkort wilde ik me vast wel weer als een echte micromanager bezighouden met de wederwaardigheden van diverse huisjesmelkers.
Maar dat gebeurde niet
Een hele rij columns met prikkelende koppen? Waarom zou ik die willen lezen? Kost alleen maar tijd. Een alarmerende koptekst op de voorpagina? Pff. Ja ja, er zijn problemen, heel veel. Stomme wolven, ook ja, ja, lief zijn ze ook. En het werkt door, zelfs naar twitter. Opruiende meme? Gaap. Stelling waar je binnen 30 seconden al 26 gaten in kan schieten? Het zal wel. Someone says something stupid on the internet? Fine with me.
Wat was er met me aan de hand?
Jaded? Te moe? Onverschillig geraakt? Heb ik eindelijk een burn-out te pakken?
Even later hoor ik mezelf zeggen: ‘Je hoeft je niet zo druk te maken over die cryptoboys. Wij kunnen er niks aan veranderen.’ En een uur later zeg ik: “Dat is een vervelende bedrijfsbeslissing van die videokaartenmaker, maar ik vrees dat ze hun eigen fouten moeten maken. Het wordt niet beter als jij ervan wakker ligt.’ En een uur later zeg ik: ‘Dat pakken ze echt niet handig aan in de VS, maar bedenk, jij woont daar niet. Jij woont hier.’ Regelmatig zeg ik: ‘Daar kan je je druk over maken, maar het helpt niet.’
Waarom zeg ik dat steeds?
Omdat onze oudste zich nogal focust op de Silicon Valley, als hij ergens over in zit, nerveus is of wat probeert te verwerken. En dat hij zich erop focust is op zich geen probleem, althans, als het niet de dag overneemt en dat is nog niet zo. Wat wel een probleem is, is dat ik het dan ook allemaal bij moet houden.
En werkelijk, het interesseert me weinig, welk gamebedrijf te vlot komt met een release of de beste programmeur van het stel ontslaat. Of welk cryptobedrijf nu weer hysterisch loopt te roepen dat het allemaal wel goed komt. Of welke CEO besloten heeft dat NFT’s in games een goed plan zijn, terwijl iedereen allang weet …
Maar ik krijg overhoringen. Rollende ogen: ‘Dat had ik al eens uitgelegd.’ Ongeduld: ‘Dat weet je nu toch wel eens.’ En zelfs: ‘Het is maar goed dat jij geen aandelen hebt, want je let helemaal niet op.’ Soms kwam er bijna ruzie van, als ik me niet in dezelfde mate druk maakte als hij.
Dus probeerde ik het een beetje te sturen, vooral als ik merkte dat de boosheid over al die domme beslissingen erg hoog zat. Zoek de verontwaardiging wat dichterbij huis. Liever nog: negeer verontwaardiging. Het zuipt energie op niks af. Ik begrijp dat dit voor jou belangrijk is, probeer te begrijpen dat ik het niet belangrijk vind. Maak je druk over zaken die je wel kan veranderen. Laat je niet verleiden om alles te lezen over iets waar je niks van hoeft te weten.
Uit eigen belang komt zelden iets goeds. Natuurlijk lukt dat bijsturen maar mondjesmaat. Ik zie wat kleine verschuivingen, om mij een plezier te doen, maar bij stress is floep, Silicon Valley weer terug. Zo’n obsessie is niet zomaar weg. Het heeft nut, voor hem, het houdt de ware wolven op afstand en een wereld op afstand is altijd beter te duiden dan de wereld onder je voeten.
Hem heb ik dus niet echt geholpen.
Maar ik heb wel mezelf succesvol gebrainwashed.
Ophef? Mensen, dat is zo 2022.
(voor wie wel op de linkjes wil klikken: https://www.volkskrant.nl/archief/2022/12/27 , en https://www.nu.nl/economie/6248127/wisselwoede-op-arbeidsmarkt-een-op-vijf-werknemers-wisselde-van-baan-in-2022.html)
Nog even dit …
Waardeer je deze blog? Overweeg dan een donatie aan onze Stichting HOEK6. Dat kan via deze link.
Stichting HOEK6 zet zich in voor de mensen met de combinatie hoogbegaafdheid en beperkend autisme. We willen meer bekendheid geven aan de specifieke problemen die deze doelgroep tegenkomt. Omdat we ook concreet wat willen doen, starten we een dagbesteding waar deze doelgroep zowel technisch als creatief kant kunnen ontwikkelen. Op dit moment zamelen we geld in voor de start daarvan.