Zodra je kind geboren is, verandert je status. Niet langer ben je man of vrouw, maar je bent vader of moeder en samen ben je in enige samenstelling: ‘de ouders van’.
Voor mannen houdt dat in dat ze een beetje ‘dat vadertje’ zijn, iemand die de luiers niet kan hanteren en tig keer voorgekauwd moet krijgen hoelang er geslapen en hoelang er gespeeld mag worden.
De moeders echter krijgen het eerste jaar het voordeel van de twijfel. Natuurlijk, het consultatiebureau houdt een oogje in het zeil en alle leden van het netwerk bieden raad en daad. Al snel merkt de moeder dat iedereen een andere kant op wijst en uiteindelijk zegt iemand: ‘Maar jij bent de moeder. Jij voelt dit aan. Jouw instinct telt.’
‘Aha!’ denkt de kersverse moeder. ‘Dat vermoedde ik al, maar nu weet ik het zeker. Klopt, ik ben de moeder, ik ken mijn kind het best.’
Soms gaat het anders
Als je echter ouders van een zorgenkind met gedragsproblemen en/of autisme bent, en dat ben je tegenwoordig tamelijk snel, verandert er iets in je status. Je gaat van moeder die het prima aanvoelt ineens naar ‘moedertje’.
- Je vangt gesprekken op waarin het gaat over ‘moeder’ en misschien ben jij dat, misschien is dat iemand anders, want ‘moeder’, tja, er zijn zoveel moeders, maar het zou nu best eens over jou kunnen gaan?
- In verslagen vind je jezelf net zo geanonimiseerd terug in zinnen als: ‘Moeder zegt: ’ en: ‘Vader vindt’ – alsof ‘moeder’ plotseling je hele identiteit is.
- Professionals, die jouw kind vaak nog niet eens persoonlijk ontmoet hebben, praten over de tafel en over je hoofd heen met elkaar over jouw kind. Ze gooien met vaktermen, knikjes en plannen en als jij ook wat zegt, luistert iedereen aangeleerd-beleeft om daarna verder te gaan met het eigen plan.
Alles zegt: ‘Je bent maar de ouder. Wat weet jij nou.’
Moedertje wordt onzeker
Je kan nog zo’n briljante academische studie hebben gedaan. Je kan honderd jaar ervaring hebben met oppassen en clubjes en gastouderschap. Misschien heb je al twee kinderen vlekkeloos opgevoed. Je kan een stapel ouderschapsboeken om u tegen te zeggen hebben gelezen – dat telt allemaal niet: je bent ineens maar het moedertje. Vadertje was al enigszins gewend aan zijn status, hij kon immers niet eens een luier hanteren, maar nu hebben we ook een moedertje. Die met de minuut onzekerder wordt.
Want tot op zekere hoogte is ‘wat weet die nou’ correct. Je moet als ouder jouw kind objectief kunnen bekijken, vervolgens kunnen bepalen wat normaal is en wat afwijkend en tenslotte moet je dat nog in een groter beeld zien te plaatsen, zodat je weet hoe het een en ander op elkaar ingrijpt en waar jouw kind staat. En ouder zijn is nu eenmaal niet hetzelfde als een 4 jarige hbo studie volgen, dus dat beeldvormen zal heus lastig zijn. Dat weet moedertje best.
Dat weet moedertje zelfs zo goed, dat ze er onzeker van wordt. Moedertje begint te geloven dat ze eigenlijk helemaal niet zo’n goede moeder is. Iemand mompelt nog wat over ‘zelfredzaamheid’ en ‘in de kracht zetten’, met ‘wat mindfulness’ misschien, maar moedertje weet niet meer zo goed waar haar krachten liggen. Misschien moet ze dit inderdaad maar overlaten aan de professionals.
Moedertje wordt boos
Maar na verloop van tijd begin moedertje een beetje geïrriteerd te raken.
Want de professionals aan wie ze het overlaat komen en gaan, er zijn telkens halve plannen met ‘moeder zegt, vader vindt’ erin, die vervolgens, jammer, ‘niet helemaal opleveren wat we ervan verwachten’.
Dus moedertje heeft zich, ze moest wel, toch maar in de materie verdiept. Ze heeft boeken gelezen, ze heeft zich laten voorlichten, ze heeft de fysiotherapeut, de leerkracht en collega-ouders het hemd van het lijf gevraagd en zelfs een cursus gevolgd. En net als moeders die nog geen moedertje zijn, kent ze haar kind heel goed. Ze weet waar ze op moet letten. Ze ziet Kind veel vaker dan de mensen die een uurtje op school komen of een kwartiertje tijd in de spreekkamer hebben. Observeren is een behoorlijk geschikte taak voor een ouder. Zelfs vadertje blijkt het te kunnen!
Moedertje vindt het dus werkelijk een beetje jammer als de professionals haar welwillend aankijken als ze praat en vervolgens gaan uitleggen dat die observatie eerst door een professional herhaalt moet worden. Wat is zij dan? Een zak hondenbrokken? En waarom krijgt ze nu een handvol basisadviezen over picto’s, slaap hygiëne en ‘loslaten’? Denkt men nou echt dat ze die inzichten nog nooit toegepast heeft? Moedertje vindt het echt vervelend dat ze na al haar inspanningen niet serieus genomen wordt.
Therapeutentaal
Ze besluit ook maar eens met vaktermen te gooien. Ze gaat in therapeutentaal spreken en verweeft de nodige onderwijstermen in haar gesprekken. Kijk eens, dat helpt wel een beetje.
Helaas, zodra er een nieuwe professional opduikt in het netwerk moet ze zich weer helemaal opnieuw bewijzen. Elke keer start ze weer als ‘het moedertje’. Ze krijgt er steeds minder zin in om zichzelf te bewijzen als ‘kundig’ maar als ze dat niet doet krijgt ze geen voet aan de grond bij de besluitvorming of moet ze gewoon weer de rol van ‘moedertje’ gaan spelen.
Tut, tut
Op een dag is het genoeg geweest. Moedertje schiet uit haar slof. Ze staat op, slaat op tafel. ‘Dit duurt al veel te lang. Nu luisteren jullie eens een keer naar mij!’ zegt ze. Als haar blikken konden doden, nou!
‘Tuttut,’ zegt een van de professionals terwijl ze een aantekening in haar schrift maakt.
‘Zo ken ik je niet,’ zegt een ander. ‘Er is toch geen reden om zo boos te worden?’
‘Nee, zo gaan we niet met elkaar om,’ zegt de derde, iets stengere professional.
Moedertje heeft er genoeg van. Ze gooit haar papieren op de tafel, smijt haar pen erachter aan en loopt kwaad weg. ‘Ik regel het zelf wel!’ roept ze nog na. ‘Potdikke, ik moet ook echt alles zelf doen hier.’
‘Nou, nou,’ zegt een van de professionals terwijl ze een nieuwe aantekening in haar schrift maakt. ‘Die is ook snel boos. Hebben we reden tot zorg?’
Geen goede oplossing
Het valt niet mee voor ouders. Het valt gewoon echt niet mee. Want als moedertje na veel ploeteren inderdaad zelf iets regelt, denk aan Acato Rotterdam en Live in Leiden, is dat ineens ook niet de bedoeling. Plotseling kan er van alles wel, mits het maar een initiatief van de professionals is en niet het plan van ‘een moedertje’. Moedertjes initiatief verdwijnt van tafel. Het alternatief blijkt net niet passend, alles schiet weer op slot en het kind in kwestie wordt verrassend genoeg elk jaar evengoed ouder.
Hebben deze oudertjes nog de veerkracht om aan het volgende plan te beginnen? Tja, ze moeten wel.
Het kan wel goed
Persoonlijk heb ik met de meeste betrokkenen bij ons gezin een prima, werkbare werkrelatie. Ik prijs me daar ook gelukkig mee.
Hier en daar blijft een vleugje ‘het is complexer dan je denkt, liefje’ hangen in de sfeer, waarbij ik dan maar snel zeg: ‘Ja, ja, dat realiseer ik me zeker.’ En het is een beetje jammer dat ik bij het contact met een nieuwe professional moet schermen met namen om te voorkomen dat ik eerst de complete werken van Danlos en Kohnstamm moet citeren voor we verder kunnen.
Maar meestal gaat het prima. Het kan dus wel en als je op enigszins gelijke voet in gesprek kan, kom je sneller tot veel betere oplossingen en schieten de dingen veel vlotter op.
Maar het is echt een tegenvaller als je na maandenlang goed contact ineens toch weer een moedertje-moment tegenkomt. Bijvoorbeeld omdat je met een nieuwe professional te maken hebt. Of omdat een van je hulpverleners tegen de overspanning aan hangt. Zo’n glimlachje, zo’n knikje, zo’n onderlinge blik. Of gewoon een rechtstreekse kat.
Sluipende onzekerheid
Zelf ben ik niet zo’n heel assertieve, zelfverzekerde moeder: daarvoor gaan er teveel dingen mis, als in: anders dan in de boekjes. Daarom sluipt ‘moedertje’ naar aanleiding van zo’n tegenvaller rechtstreeks naar mijn oor en fluistert: ‘Ze hebben gelijk. Wat weet jij er nu van? Misschien heb je die picto-methode nooit goed toegepast. Misschien is je kind helemaal niet overprikkeld maar heeft hij gewoon geen zin in school. Je laat je bedotten. Je kan toch niks veranderen. Leg je er maar bij neer. Dat is veel makkelijker.’
Ja, denk ik dan. Doe maar gewoon wat ze zeggen, volg al die adviezen voor de miljardste keer. Veel makkelijker.
En dan blijkt dat makkelijker niet bij de keuzeopties zit.
We moeten door
Opgeven is niet makkelijker. De schade die ik aanricht door mijn kind overprikkeld en wel naar school te dwingen zal uiteindelijk leiden tot uitval of erger. De picto-methode gaat bij poging zeven niet ineens wel werken maar zaait verwarring en onrust. En als de standaard slaapadviezen al twaalf jaar leiden tot verrassende effecten en zelfs minder slaap, wordt dat ook niet ineens anders bij poging 386. Opgeven is geen optie, want opgeven maakt het uiteindelijk alleen maar lastiger voor mezelf.
We moeten door, als ze vier zijn, als ze veertien zijn en als Nederland niet vlot haast maakt met de emancipatie van gehandicapten door hen de juiste voorzieningen te bieden: tot ze veertig zijn en verder.
Wat vreselijk dat dit gebeurt!
Ik zit niet in de zorg en heb ook geen zorgkind, maar ben erg verbaasd dat dit de werkwijze is!
Ik wens iedereen veel sterkte.
Wat goed dat je dit aankaart, Ingrid!
LikeLike
‘Moeder werkt niet mee’ als je je visie deelt… en doe je het niet, bijt je op je lip, knik je en zwijg je en ga je na het uur weer verder met wat wél goed gaat met je kinderen, wacht je tot ook deze ‘professional’ is overgeplaatst en zonder enig bericht verdwenen (zelfs zonder de volgende afspraak met het kind af te zeggen), dan is er ‘zorg over de apathische houding van moeder’… en al gauw volgt ‘moeder is labiel/onvoorspelbaar/wisselend in gedrag’.
Nee, inderdaad, niet iedereen in de zorg werkt zo. Maar de meeste die dit langer volhouden dan een half jaar, zitten rotsvast in een tunnelvisie en hebben geen enkele interesse in groei of een breder perspectief.
Ik hoop dat dit artikel veel mensen in de zorg bereikt, Ingrid. En liefst ook de mensen in rechtszalen.
Want ‘moeder’ komt ook niet aan het woord bij terugkoppeling over de zorg bij rechtszaken, ‘de zorg’ wel, die uit ‘zorgen’ en hop, daar gaat weer bijna een ton per kind per jaar naar dergelijke instanties.
Terwijl de ouders failliet gaan onder de daadwerkelijke zorg, alle kosten, inkomstenderving door niet naar je werk te kunnen, bij al die gesprekken te moeten zijn, anders wordt er gedreigd met ‘onvoldoende zicht op de kinderen, ouders werken niet mee’.
Het is echt schandalig hoe dit bij ongelooflijk veel gezinnen verloopt. En de meeste mensen die er in zitten, hebben geen tijd, geen puf om dit open te gooien, of ze kijken wel beter uit.
Dapper betoog Ingrid. Ik hoop dat het ogen opent en bij veel ouders een hart onder de riem steekt.
Laat je niet gek maken. Letterlijk.
LikeLike
Hoop dat dit artikel veel “professionals” bereikt!
TOP!
Een vader
LikeLike
Zo invoelbaar en herkenbaar. Ik heb er zo’n hekel aan als professionals, of het nu leerkrachten of psychologen of wat dan ook zijn, ouders niet serieus nemen. En bij voorbaat al ‘weten hoe het zit’. Een oordeel hebben. Dat vooral. Als dat toch eens mocht veranderen…..
Ik begeleid ouders van pittige kinderen zoals ik ze noem. Vaak kinderen die buiten de deur behoorlijk aangepast gedrag laten zien. Maar thuis echt uit hun dak kunnen gaan. En dwingend zijn. Dat geeft een enorme misvatting: het moet wel aan de ouders liggen. Aan de moeder meestal. Moeder is te soft namelijk. Geen idee dat moeder al zo vaak geprobeerd heeft haar poot stijf te houden, consequent en duidelijk te zijn, nee is nee, je kent het wel. Met enorme scènes als gevolg. Een niet vol te houden strijd. Maar nee, het is voor de hulpverlener al duidelijk…. Ik kan daar zo boos van worden. Goed dat je het eens zo duidelijk hebt opgeschreven, bedankt.
LikeLike
Wat ontzettend goed dat je het herkent en erkent, Karla. Dat is waarde, dat is kracht.
LikeLike
Ik vind het echt heel fijn dat je het zo mooi hebt opgeschreven en zal het zeker nog delen op de social media. Ik denk dat zoveel mensen het zullen herkennen.
LikeLike
Zo ontzettend herkenbaar! De onzekerheid, het uiteindelijk zelf professionaliseren en de houding van veel ‘professionals’. Gelukkig hebben wij twee heel goede zorgverleensters en nu een redelijk goede verstandhouding met school, maar het wijkteam blijft een uitdaging die wij helaas ieder jaar, of vaker, aan moeten gaan. Ik heb over het hele proces van onderzoek, begeleiding, ontwikkeling van kind en ouders een boek geschreven dat begin 2020 uitkomt.
LikeLike
Als altijd zo herkenbaar! Dank je wel Ingrid
LikeGeliked door 1 persoon
Mooi geschreven Ingrid .. Ja een hele moeilijke weg om te gaan . Wij denken aan jullie heel veel sterkte allemaal
LikeLike