autisme·Schrijven

Als voorlezen niet vanzelf gaat

 

IMG_2781Het is nationale voorleesdag, maar wat nou als voorlezen niet zo goed lukt? Bijvoorbeeld omdat je kind steeds wegloopt? Of zich misschien zelfs verzet?

Voorlezen aan kinderen

met een kortere concentratie

door bijvoorbeeld autisme of Adhd kan een uitdaging zijn. Op televisie en school zie je van die rustige kinderen met rode wangen naar een verhaaltje luisteren en die van jou gaat gewoon door met wat hij doet en lijkt niet eens te luisteren.

Ik ben er een groot voorstander van om toch voor te lezen.

Het juiste boek vinden

is de eerste stap. Ik keek nooit zozeer naar de leeftijd van de kinderen, maar naar hun interesses. Zaten ze in een brandweerauto-fase? Dan kwam er een brandweerboek. Katten-fase? Kattenboek. Spontane interesse in elfjes en prinsessen? Dan kiezen we die.

Hun boeken moesten

niet dik

zijn. Hoe langer een verhaal is, hoe meer informatie je moet onthouden. Onthoud je het niet, dan snap je het verhaal niet en is er niks aan.

Prentenboeken zijn ideaal, niet alleen voor de peuters. Later hadden de gouden boekjes een mooie lengte voor ons. We lazen de verhalenbundels van ‘Pim en Pom’, ‘de verhalen van de boze heks’ en ‘Roosmarijn kan alles’, van Lydia Rood. Verhalen die je in 5 tot 10 minuten kunt voorlezen.

Trek je er niks van aan,

als je kind niet blijft zitten. Super als ze lekker bij je komen maar als dat niet lukt, jammer dan. Zolang ze in dezelfde ruimte blijven is er niks tegen een beetje rondrommelen terwijl je voorgelezen wordt.

Ik voelde me als voorlezer soms compleet verloren en genegeerd. Toch koos ik ervoor om niet steeds ‘ga zitten’, ‘kom hier’ of ‘luister nou’ te roepen. Dan zou ik het verhaal zo vaak onderbreken, dat ze er niets van konden begrijpen.

En

ze hoorden me heus wel.

Ze hoorden de woorden, de klanken, het ritme, de herhaling. Ik hield de plaatjes omhoog en wees. Soms zag ik een snelle blik richting het boek. Soms leerde alleen de hanglamp er iets van. Maar alles wat de kinderen onderweg oppikten schoof ik in de ‘mooi meegenomen’ bak.

Het voorlezen zelf hield ik simpel.

Werken met verschillende stemmen en geluidseffecten is heel leuk, maar levert ook meer prikkels op. Meestal is op toon lezen en niet monotoon voor je uit mompelen genoeg.

Ook heel belangrijk: het vinden van

het juiste moment.

Vlak voor bedtijd? Juist na het eten? Na schooltijd, tijdens het eten en drinken? ’s Morgens na de ochtendspits?

Ik heb heel veel verschillende momenten geprobeerd, vaak gefaald, nieuw moment gekozen. En we hebben ook regelmatig gewisseld. In het begin was het moment na de ochtendspits fijn. Toen ze elke dag naar school gingen las ik ze samen voor, als ze thuiskwamen. Dat werkte al na een week totaal niet meer, dus toen las ik er eentje voor om vijf uur en de ander vlak voor bedtijd.

Het zijn maar vijf minuten,

dacht ik dan.

Oké, met alle rompslomp eromheen zijn het er misschien 15.

Maar het zijn wel vijf belangrijke minuten. Ze leren meer woorden kennen, ze krijgen gevoel voor grammatica, ze leren hoe leuk verhalen zijn. Ze leren over de wereld via de avonturen van hun vrienden in de boeken.

Lukt het niet?

Geen paniek. Nu niet, is niet ‘nooit niet’.

Laat de boekjes een week of zes liggen en probeer het dan nog eens.

 

Meer lezen over samen lezen?

Nationale voorleesdagen

De leesmonitor

 

3 gedachten over “Als voorlezen niet vanzelf gaat

  1. Mooi geschreven. Bij mijn zoon met Ass werkte voorlezen vanaf zijn tiende jaar heel rustgevend. Hij zat een aantal jaar in zijn Harry Potter fase. Elke avond een hoofdstuk en in de vakantie in de hangmat om rust te creëren. Ik denk zeker dat je gelijk hebt dat je voorleest waar de interesses zijn en ik vind het mooi om te lezen dat je hebt los kunnen laten dat het moet gaan zoals het hoort.

    Geliked door 1 persoon

Plaats een reactie