autisme

Overprikkeld, onderprikkeld, wat is het nou?

 

bloei tot leven

Als je het hebt over autisme, komt al snel de term ‘overprikkeld’ op tafel.

  • Ik kom niet mee op visite, want Jongste is overprikkeld
  • Oudste moest overgeven, maar ik denk dat hij ‘gewoon’ overprikkeld was

Maar wat is dat overprikkeld zijn nou? En waarom wordt het ene kind er megadruk en onstuurbaar van, het andere kind ziek en zwak en valt de derde flauw? Waarom kunnen ze de ene keer alles aan en de andere keer niks? Is dat hele overprikkeld-zijn niet een goede smoes om dingen niet te hoeven doen?

Overprikkeling kan iedereen overkomen.

We hebben het allemaal weleens gevoeld.

Prikkels zijn alle stukjes informatie die via je zintuigen binnenkomen: horen, zien, voelen, ruiken en proeven. In je hersenen wordt alle informatie verwerkt. Komt er te veel informatie binnen, dan raak je overprikkeld.

Normaal zit er een stukje bescherming in je hersenen dat de prikkels filtert. Dit filter helpt je om te sorteren: dit is belangrijk en dat kun je negeren. Daarom kun je je concentreren op je gesprekspartner, de hoofdrolspeler in de film en de blog die je nu aan het lezen bent.

Soms werkt het filter minder goed.

Bijvoorbeeld bij:

  • Autisme
  • ADHD
  • Grote vermoeidheid
  • Bij een hersenschudding of na een hersenbloeding
  • Op momenten van stress, angst of grote spanning
  • Tijdens een burn-out
  • Als je dronken bent of bepaalde drugs hebt gebruikt
  • (wie weet er nog meer?)

Als je overprikkeld bent, merk je dat je snel afgeleid bent.

Je hoort niet alleen je gesprekspartner, maar ook de lepel tegen het kopje tik, tik, tik, de stofzuiger van de buurvrouw, zoem zoem, de bliepjes van een game, plop plop ting, de auto’s buiten, whoesj, whoesj, toettoet.

Waar moet je nou op letten? Hoe moet je nu nog verstaan wat er gezegd wordt?

Je hersenen zeggen niet meer: laat dat lepeltje maar zitten. Nee, voor je hersenen wordt alles even belangrijk. Alles komt even hard binnen: het gesprek en het lepeltje. Je wordt boos: ‘Hoepel op met dat lepeltje.’

  • Of je wilt gewoon weg.
  • Of je raakt verward en je komt niet meer uit je woorden.
  • Of je krijgt knetterende hoofdpijn van dat getik.
  • Of je wordt zo moe dat je niet meer kunt nadenken.

Je ziet de hoofdrolspeler in de film en het aantal voegen in de muur achter haar: beiden even belangrijk. Het artikel voor je neus en de associaties die de woorden oproepen: allemaal even belangrijk.

‘Oude kaas of jonge kaas?’

Ooit was ik zo moe en overspannen dat ik niet meer kon kiezen: ik stond als bevroren in de keuken. Oude kaas of nieuwe kaas. Maakt het wat uit? Wat nou als ik het ene kies en ik wilde toch het andere? Waar heb ik eigenlijk trek in? Geen idee!

Beslissingen nemen en kiezen wordt ook moeilijker. Je ziet alle gevolgen van elke keuze en alles lijkt even groot en belangrijk. Niet voor niks krijgen mensen vaak de raad om ‘er een nachtje over te slapen’. En niet voor niks is na een nachtje slapen de keuze al een stuk makkelijker. De overprikkeling is weg en selecteren lukt weer.

Volle emmer

Voor kinderen en volwassenen met autisme is ‘overprikkeld’ raken een van de grootste obstakels die ze moeten overwinnen. Ze starten de dag soms al met een halfvolle emmer en ze moeten voorkomen dat die emmer in de loop van de dag helemaal volloopt met prikkels. Maar omdat het filter slechter of niet werkt en je zo je best moet doen om een onbegrijpelijke wereld te begrijpen, vult die emmer zich veel te snel. En daar komen dan nog de dingen bij, die bij iedereen zorgen voor overprikkeling: vermoeidheid, stress, koffie, cola, piekeren, een zeurende pijn, je ergens veel zorgen over maken.

De lichamelijke kant van geestelijke overprikkeling

Als de emmer vol is, dan komt er een reactie van het zenuwstel, dat letterlijk overprikkeld is geraakt door al die input. Dat kan een reactie zijn als huilen, boos worden, weglopen, bevriezen, schommelen en wiegen. Het kan ook een lichamelijke reactie zijn, zoals hoofdpijn, buikpijn, oogklachten, koorts. Het zenuwstelsel is zo overbelast, dat het zelfs niet meer lukt om alles in het lichaam goed te regelen.

‘Waar moest die prikkel over dorst ook alweer heen?’
‘Geen idee, gooi maar op de grote hoop.’

Hittestuwing

Onze Jongste en wij moesten leren dat hij hittestuwing kreeg, zodra hij overprikkeld was. Als de driehoek: beweging – omgevingswarmte – opwinding volliep, kon zijn zenuwstel alle prikkels niet meer aan en koos zijn lichaam ervoor de kachel op te stoken als ultiem waarschuwingssignaal. Hierdoor kreeg hij eerst buikpijn, daarna hoofdpijn en vervolgens viel hij flauw. Na een uurtje ‘slapen’ was hij weer in orde. Eigenlijk heel slim van zijn lichaam: het zette zichzelf op pauze. Maar wij schrokken ons helemaal rot, omdat we niet wisten wat er aan de hand was.

Ook bij Oudste ging de temperatuur omhoog. Op spannende dagen werd hij ziek van de koorts. Zijn spieren werden harde plankjes en hij werd om de kleinste dingen boos of verdrietig. Nu hij ouder is slaat de spanning vaak op zijn hoofd (migraine) of op zijn darmen (obstipatie). Een enkele keer heeft hij nog koorts.

Kan je genezen van overprikkeling?

Overprikkeling met als oorzaak vermoeidheid, drugs of stress is van voorbijgaande aard. Bij mensen die last hebben van overprikkeling door een hersenaandoening zoals een beroerte of als gevolg van chemotherapie gaat het soms over, soms niet. Als je autisme hebt, gaat het nooit over. Het enige dat je kunt doen, is leren om ermee om te gaan. Zorgen dat er niet te veel prikkels binnenkomen, op tijd stoppen en voldoende rust inbouwen: verwerkingstijd voor de hersenen om alle input in de juiste mappen te stoppen.

Prikkelrijke maatschappij

Onze maatschappij, in dit dichtbevolkte land, doet niks anders dan prikkels naar ons toegooien: reclame, geluiden, geuren, textiel, voedsel in 1001 vormen, 1001 regels waaraan je je moet houden. Het is ontzettend moeilijk geworden om prikkelarm te leven.

Onderprikkeld

Om het nog wat ingewikkelder te maken, komt tegelijk met overprikkeld zijn ook onderprikkeld voor: de prikkels van de zintuigen komen traag en zwak door. Je krijgt een sloom gevoel in je hoofd, alsof er mist of watten inzit, en je kunt haast geen gedachte vasthouden.

Bij autisme kan het voorkomen dat het ene zintuig snel overprikkeld raakt en het andere regelmatig onderprikkeld is.

Bij onze Jongste zie je bijvoorbeeld heel duidelijk dat hij prikkels zoekt voor tast: hij rolt graag over de grond, rent en beweegt veel, en hij heeft altijd wat in zijn hand. Daarom zijn wij blij met dingen als fidgetspinners en verzwaringsdekens.

Alle prikkels maar gewoon weghalen is dan ook niet de oplossing: je moet observeren welke prikkels wel en welke niet goed werken.

Hoe demp je prikkels?

Oordoppen en zonnebrillen, comfortabele kleding. Een duidelijke structuur van de dag. Overzicht. Stiltemomenten. Elke prikkel die je letterlijk buiten kunt sluiten, is er eentje.

Ontprikkelen lukt in een koele kamer met de gordijnen dicht maar het lukt ook als je een game speelt. Een wereld waarin die voorspelbaar is en waar je je eigen regels kan bepalen, werkt heel ontspannend en biedt prikkels die wel gewenst zijn.

 

Meer lezen

over ‘overprikkeling’, met tips van autismecoach Marja Boxhorn?
5 dingen die je moet weten over overprikkeling/

Wil je meer lezen over het minder bekende ‘onderprikkeld zijn’?
autisme en onderprikkeling 

Of wil je eens lezen hoe dat er ‘overprikkeld zijn’ er in het dagelijks leven uit kan zien?Trenke Riksten schreef hierover in haar blog.

Niet alleen bij autisme is overprikkeling een voorkomend issue waar je rekening mee moet houden:
hersenletsel-uitleg.nl


 

De termen ‘overprikkeld’ en ‘onderprikkeld’ worden ook regelmatig gebruikt om aan te geven hoeveel prikkels mensen zelf mogen of moeten opzoeken. Je gaat dan uit van controle over de mate van prikkeling.

Ook in het bedrijfsleven en de politiek wordt vaak gesproken over prikkels: maatregelen waarmee je mensen een bepaalde kant op wil sturen.

In deze blog gebruik ik de termen om aan te geven hoe de prikkels door de hersenen ervaren en verwerkt worden.

12 gedachten over “Overprikkeld, onderprikkeld, wat is het nou?

  1. Bedankt voor de heldere uitleg. En heel herkenbaar. Niet alleen bij onze zonen met ASS, maar ook bij mezelf als HSP-er.
    Inmiddels weten we het steeds beter te herkennen gelukkig en weten we wanneer het tijd is voor een adempauze.

    PS.: Je schrijft “Overprikkeling met als oorzaak vermoeidheid, drugs of stress is van voorbijgaande aard. “, Bedoel je niet drukte, in plaats van drugs?

    Like

    1. Dag Maryse! Ik bedoel echt drugs, omdat het voor mensen die overprikkeling niet kennen vanuit een interne factor als vermoeidheid of stress misschien wel herkenbaar is als er een externe factor is. Maar ik ben het met je eens dat het een beetje merkwaardig staat in dit rijtje!

      Het leren kennen van de signalen en dan op tijd rust nemen is een heel goede methode. Voor de mensen die het patsboem overkomt en die het dus niet aan voelen komen is dat lastig. Dan is het verlichten van de weektaak en het inbouwen van vooraf vastgestelde rustmomenten een (deel van de) oplossing.

      Like

    2. Beste Maryse,

      alweer wat tijd en onderzoek verder heb ik t.a.v. over/onderprikkeling alwel de nodige stappen kunnen maken. Lees daarvoor mijn artikelen op LinkedIn: https://www.linkedin.com/pulse/prikkelverwerking-de-next-step-rob-smittenaar/. Overprikkeling heeft vooral te maken met verwachting versus realiteit. Nog verder in de materie duikend heeft het ook te maken met de ‘IK’referentie. Namelijk: bij elke prikkel ervaar je niet alleen de prikkel maar ook je zelf.
      Lees over onderprikkeling de artikelen van Anja Verheijen over de polyvagal theorie van Stephen Porges: https://www.linkedin.com/pulse/prachtig-meetbaar-resultaat-na-het-doen-van-de-anja/

      Like

  2. Zolang er dwang in het onderwijs plaatsvind is stress bij kinderen nagenoeg onvermijdbaar. Leraren worden opgeleid alsof een kind een auto is waarvan de banden moeten worden vervangen. Er is VVE: dwang bij peuters naar de leerlijn, prestatie beoordeling van leraren & individueel leren in een klaslokaal. Te veel tests en leraren die een belangrijk aandeel hebben of je wel of geen aansluiting in de groep zal vinden. Kinderen zouden veel meer moeten kunnen spelen. Als tegenreactie gaan kinderen ‘raar’ doen. Varieren met gedrag om een beter leerklimaat te vragen. Maar volwassenen luisteren niet.

    Like

      1. Beste Ingrid,
        Voor alle duidelijkheid, het is niet mijn hypothese. Het komt voort uit wetenschappelijk onderzoek, zeer baanbrekend en vernieuwend.
        Het allerbeste advies dat ik je kan geven is, lees zijn boek en bezoek zijn website.
        Vriendelijke groet,
        Rob Smittenaar

        Like

    1. Bedankt voor de link. Pijnprikkels en de verwerking daarvan, waar Moseley over schrijft, zijn inderdaad ook prikkels die verwerkt moeten worden. Als je veel pijn hebt, start je de dag vaak al met een halfvolle, soms al volle emmer. Uiteindelijk kun je leren om ermee om te gaan: je verwerft oplossingsstrategieen. Om precies te vatten wat Moseley daarover ook alweer schrijft, zou ik het opnieuw moeten lezen.

      Like

      1. Dag Ingrid, om kort te gaan, en dan citeer ik Lorimer Moseley, (chronische) pijn is een creatie van het brein, daar wordt er een verhaal van gemaakt. En dat geeft ook hoop, want het is veranderbaar.
        Lees zijn boek: Begrijp de pijn.
        Het is geen ‘pijn’prikkel, het is een ‘prikkel’ waar je brein pijn van maakt. Hij legt in zijn boek uit hoe dat werkt.
        Of dat ook geldt voor andere informatiebronnen, onderzoek ik nu. Hoogstwaarschijnlijk werkt het ook voor tactiele informatie op identieke manier.

        Like

        1. Zou prima kunnen Rob. Aangezien ikzelf HSD heb en dus chronisch pijn, waaronder ook spookpijn, weet ik er wel het een en ander van. Zo weet ik dat ik pijn een heel stuk minder makkelijk kan negeren of weg kan duwen als ik moe ben, of emotioneel, of gekwetst. En als de pijn op verschillende plekken zit, voel ik hem nu hier, dan daar, dan daar, dan daar. Dat is ook lastiger te negeren dan 1 pijnbron. Dit geldt zowel voor de echte als voor de spookpijn.

          Hetzelfde geldt, ook volgens jouw hypothese, voor overprikkeling. Hoe meer er verder nog aan de hand is, hoe meer prikkels er zijn. hoe eerder de emmer vol is, en de overprikkeling het functioneren in de weg gaat staan. Bovendien is het nu eenmaal lastiger als je autisme hebt, of een van de andere aandoeningen die ik noemde, om prikkels te negeren. Je hoofd werkt daar gewoon niet aan mee, die blijft maar alles oppikken. Net zo goed als voor de een pijn veel eerder een issue is als voor de ander. Arm uit de kom kan ik persoonlijk niet echt pijnlijk noemen. Jij ervaart dat waarschijnlijk anders.

          Het blijft dan ook verstandig om prikkeldempend te werk te gaan, of, indien daar behoefte aan is, een prikkel op te wekken.

          Like

Plaats een reactie