autisme·wat vind ik?

‘Pas op, daar krijg je autisme van!’  

Hop, daar dook er eentje op in mijn tijdlijn: de oorzaak van autisme was weer eens gevonden.

Vaccinaties, lood, E621, beeldschermen, straling – al dan niet uit de aarde, gluten, gif, plastic, cosmetica, dtp, moedermelk, gewone melk, een lekkende darm, fluor in het drinkwater, te weinig vitamine D, zinkgebrek, seleniumtekort – verzin het maar en je krijgt er autisme van. En nu ook van round up, volgens Ninefornews.

We zijn het er vast allemaal over eens dat er

geen gif in ons eten

hoort te zitten. En ook geen plastic, ongevraagde drugs of hormonen, geen zware metalen, bah! Maar waarom, o, waarom is het ineens zo populair om dan maar meteen te roepen: ‘Pas op, je krijgt er autisme van’?

Waarom geen wratten, klompvoeten, onvruchtbaarheid, een extra vinger, een rib minder?

Er zijn

tal van onderzoeken

waaruit blijkt dat autisme een aangeboren zaak is: en waarschijnlijk erfelijk.

De diagnose autisme stel je bovendien pas, als iemand er in zijn dagelijks leven door gehinderd wordt. En gehinderd worden veel mensen met autisme juist, omdat de ‘hurry-up en snel een beetje’ maatschappij niet past bij hun hoofd. Daardoor en door meer kennis over autisme, zijn er nu meer diagnoses dan vroeger.

Toch blijven de berichten die de ouders en dan vooral de moeder de schuld geven maar op-poppen.

Had je maar

geen vis moeten eten, want zware metalen. Had je maar geen foto’s van je zwangere buik met je mobieltje moeten nemen, want straling. Had je maar niet, had je maar niet. Heb je niet genoeg tegen je buik gepraat? Had je hem maar geen melk moeten geven. Had je hem maar niet voor de TV moeten zetten.

Alles en alles, inclusief de gootsteen, wordt er aan de haren bijgesleept. Je kunt het inmiddels zo gek niet meer bedenken of je kind krijgt er autisme van.

Wacht.

Sinds wanneer is ‘pas op want je krijgt er autisme van’ zo’n dreigmiddel? Zijn mensen met autisme zo vreselijk dat je het als een soort horrorbeeld moet voorhouden?

‘Pas op hoor, anders komt boeman Autisme je halen.’

🙂

Natuurlijk niet. Het is goed bedoeld. De worsteling zien van een mens met een vorm van autisme, die het dagelijks leven maar moeilijk vindt, geeft een machteloos gevoel. Er is niet veel wat je kunt doen om te helpen, behalve een beetje meedenken. De stukjes over

‘De Oorzaak’

die ik in mijn mailbox krijg en op mijn tijdlijn zie, zijn echt goed bedoeld.

Meestal knikken we hier thuis dan ook wat: ‘Oké, lief dat ze aan ons dachten.’ En ja, ik kijk ook altijd even verder naar zo’n onderzoek. Want je weet het maar nooit.

Helaas blijft het 99 van de 100 keer bij niveau

‘horoscoop in je ochtendkrant’

Het kan over alles en iedereen gaan. Waar autisme staat, kan ook alzheimer, migraine, fibromyalgie, teenkrommingen of wat dan ook staan.

‘Als je veel rozen in de tuin hebt, kun je autisme krijgen.’

Ja, kan. Maar de rozen hebben niks te maken met het autisme. Het sluit elkaar niet uit: een rozentuin hebben en een kind krijgen met autisme. Een fiets hebben en een kind krijgen met autisme sluit elkaar ook niet uit. Er is alleen geen aanwijsbaar oorzaak-gevolg hier.

Of het gaat om

een vermoeden.

Er is een hypothese, een ingeving, en die moet nog helemaal onderzocht worden: ‘Onderzoekers vermoeden dat de bacteriën in knuffels verantwoordelijk zijn voor het ontstaan van autisme’.

Goed om te weten dat mensen dit onderzoeken! Maar tot het onderzoek klaar is, weten we dus eigenlijk niks.

‘Maar het vermoeden dan, dat komt toch niet zomaar uit de lucht vallen?’

Waarom niet?

‘Als je iets niet kunt vinden, moet je zoeken waar het kan zijn en waar het niet kan zijn,’ zei mijn moeder vroeger altijd al. Als wetenschappers nooit eens buiten de gebaande paden zouden denken, vonden ze ook geen nieuwe dingen uit.

Of het is een onderzoek

maatje broekzak.

2000 mensen 20 jaar volgen is iets anders dan 10 mensen een week op dieet zetten. Een experiment waarbij je oorzaak en hetzelfde gevolg bij herhaling kunt zien, is iets anders dan een kind uit de klas plukken en vragen of zijn moeder tijdens de zwangerschap vaak naar punkrock luisterde: ‘Ah, dit kind heeft autisme omdat de moeder tijdens de zwangerschap naar punkrock luisterde.’

Als we maatje-broekzak wetenschap gaan bedrijven, kunnen we er net zo goed mee stoppen.

Nu denk je misschien: ‘Oké, delen helpt dus niet, maar het richt ook

geen schade

aan.’

Bekijk het dan eens zo: ‘Geen witte rijst eten, hoor, daar krijg je een linkerbeen van!’

Of: ‘Niet zo veel zwemmen hoor, daar krijg je een linkerbeen van.’

Of: ‘Over tien jaar heeft 98% van de wereldbevolking een linkerbeen en de oorzaak zal je shockeren!’

Vreselijk, een linkerbeen,

wie wil er nou een linkerbeen? Eigen schuld als je er eentje hebt, hoor. Je had het kunnen weten.

‘Is dat alle schade? Een beetje emo-pijn? Lange tenen?’

Nee.

Mensen zetten hun kinderen op strikte diëten, worden onzeker en onrustig, gaan zichzelf de schuld geven: ‘Had ik maar, had ik maar niet.’ Dat gaat allemaal af van de bandbreedte in het hoofd, die nodig is om kinderen en volwassenen met autisme echt te helpen in deze maatschappij.

En bovenaan de schade-lijst:

de vaccinaties.

Omdat men denkt dat een kind er mogelijk spontaan autistisch van wordt, waarschijnlijk niet maar je weet nooit, weigeren sommigen de vaccinaties en gooien zo het leven van hun eigen kind en dat van het vier maanden oude buurjongetje in de waagschaal.

Domme weigerouders? Nee, domme wij allemaal.

We hebben elkaar

bang gemaakt

voor ‘had je maar niet’.

Als je je niet intens verdiept hebt in de materie, klinkt het vaccinatie-verhaal zoals al die paniekzaaiende ‘Pas op, je krijgt er autisme van’ verhalen. Als: ‘Het zou het dus kunnen… ja, of niet. Dat is voor mij niet te bepalen.’

En ga je dan het risico nemen, met je lieve, kersverse kind? Nee. Liever gehandicapt door een ziekte dan gehandicapt door een vaccinatie, waarover mensen dan later weer zeggen: ‘Had je maar niet’.

Hoewel: had je maar… ‘voor vaccinaties moeten kiezen, dan was je kind nu niet doof geweest.’

Dat is voor ouders toch niet te winnen?

Ik zeg: stoppen met ‘had je maar / had je maar niet’ zeggen. Gewoon wegklikken als je weer zo’n ‘de oorzaak van autisme’ berichtje ziet en niet verder verspreiden.

‘Ja, maar, ja, maar, straks missen we het en dan kan er van alles gebeuren en straks heeft de helft van de mensheid autisme.’

Welnee.

Als echt de helft van de mensheid autisme heeft, zal de ‘hurry-up en snel een beetje’ maatschappij zich moeten aanpassen. Of dat nou zo erg is…

Maar zover komt het niet.

Als de oorzaak echt gevonden wordt, verspreiden patiëntenverenigingen dat als een malle, meteen en direct. Beloofd.

Disclaimer: de voorbeelden over de rozentuin, de fiets, de knuffels en punkrock zijn verzonnen. Je krijgt daar geen autisme van.  

Zeker ook lezen:  Zij noemen het een autismespectrumstoornis (Volkskrant)

Photo credit: Jazza van RBG stock.com

3 gedachten over “‘Pas op, daar krijg je autisme van!’  

  1. Ik heb eenzelfde mening wanneer er weer eens dé oorzaak gevonden wordt.
    Ik heb geleerd me niet aan het zoeken van een mogelijke oorzaak vast te binden, eigenlijk soms zelfs niet aan de diagnose van autisme. (Alhoewel dat ‘etiket’ dan weer nodig is om allerlei hulp te krijgen.)
    Wel aan hoe het kind zich gedraagt, en welke handvaten er worden aangereikt om het kind te helpen bij meer structuur, betere verduidelijking, etc. Daarom zeg ik : probeer zoveel mogelijk tips te zoeken via autisme sites, soms ook ADD, ADHD, of gewone opvoeding (info)sites. En via een trechter (= je eigen kennis over je kind) blijven best wel aardig wat tips over die je dan kan uitproberen.
    En laat het zoeken van ‘waarom toch?’ of de oorzaak even achterwege. Tesamen vooruit kijken, en vooral geen ‘schuldgevoel’ overhouden. Je mist anders zoveel leuke momenten van de opmerkelijke uniciteit van je kind…

    Geliked door 1 persoon

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s