autisme·wat vind ik?

Prosopagnosie

img_20190330_155521

Gezichtsblindheid of Prosopagnosia

Onze jongste heeft een handicap die mij nogal onhandig lijkt: hij heeft moeite om gezichten te herkennen. Hij ziet wel gezichten, hoor, het is niet alsof we allemaal hetzelfde masker op hebben. Maar waar wij meteen een plaatje opslaan van een gezicht en later denken: jou heb ik eerder gezien – gebeurt er bij hem niks. Hij moet elke keer opnieuw het plaatje van je gezicht koppelen aan je naam en functie (moeder, juf, buurmeisje).

Wat jongste betreft zouden we dus best allemaal een identiek masker kunnen dragen. Hij moet het hebben van je stem, van je bewegingen, van je postuur en van alles aan jou wat afwijkt van de middelmaat. Grote oren, een bril, je snor, haarkleur, beste bos krullen: dat is ideaal.

Hoe gaan wij daar nou mee om?

Allereerst waarschuwen we mensen. Mensen vinden het niet leuk als ze niet herkend worden. Gelukkig is het al snel weer goed zodra ze weten dat het geen flauwe grap of een keiharde afwijzing is.

En we geven slimme hints. We zeggen bijvoorbeeld: ‘Hé, daar is Maartje al.’ Of ‘Wat heeft Freek een mooie rode broek aan vandaag.’ Zo kan hij doen alsof hij allang wist wie er binnenkomt: ‘Hé, Maartje!’ In plaats van: ‘Ben jij Babs? Deborah? Merel? Sharon? Daphne?’

Hoe langer jongste iemand kent, hoe meer kenmerken hij onthoudt, waardoor het steeds beter gaat. Tegen de tijd dat het kerst is, kent hij de meeste kinderen uit zijn klas. Maar je zult zien dat zijn dikste vriend een kenmerk heeft waaraan hij makkelijk herkend kan worden: een bijzondere haarkleur, een prettige stem, altijd een muts op.

Gelaatsuitdrukkingen heeft hij ook niet zo door, dus mijn strenge blik kan ik wel in de kast laten liggen. Heel kalm zeggen: ‘mama is nu echt boos’ heeft meer effect. Niet op mijn  medebezoekers aan de supermarkt, die ik nog wel eens zie denken: ‘Wat is dat voor een rare moeder, geen wonder dat het niet lukt met de opvoeding’. Maar wel op jongste en daar gaat het om.

Alles onder controle dus, zou je denken.

Nou, nee. Soms worden we ineens verrast met iets nieuws. De laatste tijd heeft jongste de neiging om op straat aan willekeurige voorbijgangers te vragen uit welk land ze komen. Of hij trekt zelf, hardop pratend, conclusies.

Dat daar ook iets afwijkt van de middenmoot, vermoedden we al sinds hij vijf jaar geleden aan een keurige, rijke dame vroeg of zij misschien zwarte piet was, omdat ze zo’n mooi capeje droeg.

🙂

Tot nu toe komt hij ermee weg, maar laten we eerlijk zijn: zulke vragen vallen niet bij iedereen even goed.

Bovendien is het een symptoom van iets anders, hij heeft iets ontdekt: er zijn meerdere landen en mensen kunnen er per land anders uitzien. Daar wil hij meer over weten. Als we die behoefte niet vullen, dan blijft hij dit gedrag vertonen.

Tja, wat nu.

Allereerst moet ik weten of hij genoeg herkent in gezichten om de verschillen te ontdekken. En als hij dat niet kan, wil ik weten waar ik hem wel op kan wijzen.

Daarom heb ik een foto-overzicht gemaakt van jonge, lachende of neutraal kijkende vrouwen uit allerlei delen van de wereld.

Het zijn foto’s zonder culturele hints: de vrouwen dragen een simpel T shirt en een eenvoudig kapsel. Zo kun je de gezichten goed zien.

Ik ben benieuwd of hij eruit komt. Toen mijn overzicht klaar was, moest ik tot de conclusie komen dat we meer op elkaar lijken dan we van elkaar verschillen.

(

 

 

 

 

 

 

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s